47 Bijbelverzen over Het Brein

Meest relevante verzen

Romeinen 11:34

Want wie heeft den zin des Heeren gekend? Of wie is Zijn raadsman geweest?

Daniël 4:16

Zijn hart worde veranderd, dat het geens mensen hart meer zij, en hem worde eens beesten hart gegeven, en laat zeven tijden over hem voorbijgaan.

Job 38:36

Wie heeft de wijsheid in het binnenste gezet? Of wie heeft den zin het verstand gegeven?

Ezechiël 38:10

Alzo zegt de Heere HEERE: Te dien dage zal het ook geschieden, dat er raadslagen in uw hart zullen opkomen, en gij zult een kwade gedachte denken,

1 Corinthiërs 14:15

Wat is het dan? Ik zal wel met den geest bidden, maar ik zal ook met het verstand bidden; ik zal wel met den geest zingen, maar ik zal ook met het verstand zingen.

Romeinen 7:25

Ik dank God, door Jezus Christus, onzen Heere. [ (Romans 7:26) Zo dan, ik zelf dien wel met het gemoed de wet Gods, maar met het vlees de wet der zonde. ]

2 Corinthiër 3:14

Maar hun zinnen zijn verhard geworden; want tot op den dag van heden blijft hetzelfde deksel in het lezen des Ouden Testaments, zonder ontdekt te worden, hetwelk door Christus te niet gedaan wordt.

Prediker 8:17

Toen zag ik alle werk Gods, dat de mens niet kan uitvinden, het werk, dat onder de zon geschiedt, om hetwelk een mens arbeidt om te zoeken, maar hij zal het niet uitvinden; ja, indien ook een wijze zeide, dat hij het zou weten, zo zal hij het toch niet kunnen uitvinden.

1 Corinthiërs 14:14

Want indien ik in een vreemde taal bid, mijn geest bidt wel, maar mijn verstand is vruchteloos.

Filippenzen 3:16

Doch, daar wij toe gekomen zijn, laat ons daarin naar denzelfden regel wandelen, laat ons hetzelfde gevoelen.

Never miss a post

Public domain