1 Corinthiërs 11:11

Nochtans is noch de man zonder de vrouw, noch de vrouw zonder den man, in den Heere.

Galaten 3:28

Daarin is noch Jood noch Griek; daarin is noch dienstbare noch vrije; daarin is geen man en vrouw; want gij allen zijt een in Christus Jezus.

1 Corinthiërs 7:10-14

Doch den getrouwden gebiede niet ik, maar de Heere, dat de vrouw van den man niet scheide.

1 Corinthiërs 12:12-22

Want gelijk het lichaam een is, en vele leden heeft, en al de leden van dit ene lichaam, vele zijnde, maar een lichaam zijn, alzo ook Christus.

Treasury of Scripture Knowledge did not add