1 Corinthiërs 12:26

En hetzij dat een lid lijdt, zo lijden al de leden mede; hetzij dat een lid verheerlijkt wordt, zo verblijden zich al de leden mede.

Romeinen 12:15

Verblijdt u met de blijden; en weent met de wenenden.

2 Corinthiër 11:28-29

Zonder de dingen, die van buiten zijn, overvalt mij dagelijks de zorg van al de Gemeenten.

Galaten 6:2

Draagt elkanders lasten, en vervult alzo de wet van Christus.

Hebreeën 13:3

Gedenkt der gevangenen, alsof gij mede gevangen waart; en dergenen, die kwalijk gehandeld worden, alsof gij ook zelven in het lichaam kwalijk gehandeld waart.

1 Petrus 3:8

En eindelijk, zijt allen eensgezind, medelijdend, de broeders liefhebbende, met innerlijke barmhartigheid bewogen, vriendelijk;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd