1 Corinthiërs 2:16

Want wie heeft den zin des Heeren gekend, die Hem zou onderrichten? Maar wij hebben den zin van Christus.

Johannes 15:15

Ik heet u niet meer dienstknechten; want de dienstknecht weet niet, wat zijn heer doet; maar Ik heb u vrienden genoemd; want al wat Ik van Mijn Vader gehoord heb, dat heb Ik u bekend gemaakt.

Romeinen 11:34

Want wie heeft den zin des Heeren gekend? Of wie is Zijn raadsman geweest?

Genesis 1:12

En de aarde bracht voort grasscheutjes, kruid zaadzaaiende naar zijn aard, en vruchtdragend geboomte, welks zaad daarin was, naar zijn aard. En God zag, dat het goed was.

Job 15:8

Hebt gij den verborgen raad Gods gehoord, en hebt gij de wijsheid naar u getrokken?

Job 22:2

Zal ook een man Gode voordelig zijn? Maar voor zichzelven zal de verstandige voordelig zijn.

Job 40:2

Gord nu als een man uw lenden; Ik zal u vragen, en onderricht Mij.

Jesaja 40:13-14

Wie heeft den Geest des HEEREN bestierd, en wie heeft Hem als Zijn raadsman onderwezen?

Jeremia 23:18

Want wie heeft in des HEEREN raad gestaan, en Zijn woord gezien of gehoord? Wie heeft Zijn woord aangemerkt en gehoord?

Johannes 16:13-16

Maar wanneer Die zal gekomen zijn, namelijk de Geest der waarheid, Hij zal u in al de waarheid leiden; want Hij zal van Zichzelven niet spreken, maar zo wat Hij zal gehoord hebben, zal Hij spreken, en de toekomende dingen zal Hij u verkondigen.

Johannes 17:6-8

Ik heb Uw Naam geopenbaard den mensen, die Gij Mij uit de wereld gegeven hebt. Zij waren Uw, en Gij hebt Mij dezelve gegeven; en zij hebben Uw woord bewaard.

Efeziërs 3:3-4

Dat Hij mij door openbaring heeft bekend gemaakt deze verborgenheid, (gelijk ik met weinige woorden te voren geschreven heb;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd