1 Koningen 3:20

En zij stond ter middernacht op, en nam mijn zoon van bij mij, als uw dienstmaagd sliep, en legde hem in haar schoot, en haar doden zoon legde zij in mijn schoot.

Job 24:13-17

Zij zijn onder de wederstrevers des lichts; zij kennen Zijn wegen niet, en zij blijven niet op Zijn paden.

Psalmen 139:11

Indien ik zeide: De duisternis zal mij immers bedekken; dan is de nacht een licht om mij.

Mattheüs 13:25

En als de mensen sliepen, kwam zijn vijand, en zaaide onkruid midden in de tarwe, en ging weg.

Johannes 3:20

Want een iegelijk, die kwaad doet, haat het licht, en komt tot het licht niet, opdat zijn werken niet bestraft worden.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain