1 Koningen 4:9

De zoon van Deker in Makaz, en in Saalbim, en Beth-Semes, en Elon-Beth-hanan.

Jozua 19:42

En Saalabbin, en Ajalon, en Jithla,

Jozua 21:16

En Ain en haar voorsteden, en Jutta en haar voorsteden, en Beth-Semes en haar voorsteden; negen steden van deze twee stammen.

Richteren 1:35

Ook wilden de Amorieten wonen op het gebergte van Heres, te Ajalon, en te Saalbim; maar de hand van het huis van Jozef werd zwaar, zodat zij cijnsbaar werden.

1 Samuël 6:12

De koeien nu gingen recht in dien weg, op den weg naar Beth-Semes op een straat; zij gingen steeds voort, al loeiende, en weken noch ter rechter hand noch ter linkerhand; en de vorsten der Filistijnen gingen achter dezelve tot aan de landpale van Beth-Semes.

1 Samuël 6:20

Toen zeiden de lieden van Beth-Semes: Wie zou kunnen bestaan voor het aangezicht van de HEERE, dezen heiligen God? En tot wien van ons zal Hij optrekken?

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain