1 Kronieken 1:39

De kinderen van Lotan nu waren Hori en Homam; en de zuster van Lotan was Timna.

Genesis 36:22

En de zonen van Lotan waren Hori en Hemam; en Lotans zuster was Timna.

Deuteronomium 2:12

Ook woonden de Horieten te voren in Seir; maar de kinderen van Ezau verdreven hen uit de bezitting en verdelgden hen van hun aangezicht, en hebben in hunlieder plaats gewoond; gelijk als Israel gedaan heeft aan het land zijner erfenis, hetwelk de HEERE hun gegeven heeft.

Deuteronomium 2:22

Gelijk als Hij aan de kinderen van Ezau, die in Seir wonen, gedaan heeft, voor welker aangezicht Hij de Horieten verdelgde; en zij verdreven hen uit de bezitting, en hebben aan hun plaats gewoond tot op dezen dag.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain