1 Kronieken 2:10
Ram nu gewon Amminadab, en Amminadab gewon Nahesson, den vorst der kinderen van Juda;
Mattheüs 1:4
En Aram gewon Aminadab, en Aminadab gewon Nahasson, en Nahasson gewon Salmon;
Numberi 1:7
Van Juda, Nahesson, de zoon van Amminadab.
Numberi 2:3
Die zich nu legeren zullen oostwaarts tegen den opgang, zal zijn de banier des legers van Juda, naar hun heiren; en Nahesson, de zoon van Amminadab, zal de overste der zonen van Juda zijn.
Ruth 4:19-20
En Hezron gewon Ram; en Ram gewon Amminadab;
Lukas 3:32-33
Den zoon van Jesse, den zoon van Obed, den zoon van Booz, den zoon van Salmon, den zoon van Nahasson,
Numberi 7:12
Die nu op den eersten dag zijn offerande offerde, was Nahesson, de zoon van Amminadab, voor den stam van Juda.
Numberi 7:17
En ten dankoffer: twee runderen, vijf rammen, vijf bokken, vijf eenjarige lammeren. Dit was de offerande van Nahesson, den zoon van Amminadab.
Numberi 10:14
Want vooreerst toog op de banier van het leger der kinderen van Juda, naar hun heiren; en over zijn heir was Nahesson, de zoon van Amminadab.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd