Numberi 2:3

Die zich nu legeren zullen oostwaarts tegen den opgang, zal zijn de banier des legers van Juda, naar hun heiren; en Nahesson, de zoon van Amminadab, zal de overste der zonen van Juda zijn.

Ruth 4:20

En Amminadab gewon Nahesson; en Nahesson gewon Salma;

1 Kronieken 2:10

Ram nu gewon Amminadab, en Amminadab gewon Nahesson, den vorst der kinderen van Juda;

Numberi 1:7

Van Juda, Nahesson, de zoon van Amminadab.

Lukas 3:32-33

Den zoon van Jesse, den zoon van Obed, den zoon van Booz, den zoon van Salmon, den zoon van Nahasson,

Genesis 49:8-10

Juda! gij zijt het, u zullen uw broeders loven; uw hand zal zijn op den nek uwer vijanden; voor u zullen zich uws vaders zonen nederbuigen.

Numberi 7:12

Die nu op den eersten dag zijn offerande offerde, was Nahesson, de zoon van Amminadab, voor den stam van Juda.

Numberi 7:17

En ten dankoffer: twee runderen, vijf rammen, vijf bokken, vijf eenjarige lammeren. Dit was de offerande van Nahesson, den zoon van Amminadab.

Numberi 10:14-16

Want vooreerst toog op de banier van het leger der kinderen van Juda, naar hun heiren; en over zijn heir was Nahesson, de zoon van Amminadab.

Numberi 26:19-22

De zonen van Juda waren Er en Onan; maar Er en Onan stierven in het land Kanaan.

Richteren 1:1-2

En het geschiedde na den dood van Jozua, dat de kinderen Israels den HEERE vraagden, zeggende: Wie zal onder ons het eerst optrekken naar de Kanaanieten, om tegen hen te krijgen?

1 Kronieken 5:2

Want Juda werd machtig onder zijn broederen, en die tot een voorganger was, was uit hem; doch de eerstgeboorte was van Jozef.)

Mattheüs 1:4

En Aram gewon Aminadab, en Aminadab gewon Nahasson, en Nahasson gewon Salmon;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd