1 Kronieken 26:6
Ook werden zijn zoon Semaja kinderen geboren, heersende over het huis huns vaders; want zij waren kloeke helden.
Richteren 6:12
Toen verscheen hem de Engel des HEEREN, en zeide tot hem: De HEERE is met u, gij strijdbare held!
2 Samuël 2:7
En nu, laat uw handen sterk zijn, en zijt dapper, dewijl uw heer Saul gestorven is; en ook hebben mij die van het huis van Juda tot koning over zich gezalfd.
1 Kronieken 12:28
En Zadok was een jongeling, een kloek held; en uit zijns vaders huis waren twee en twintig oversten;
1 Kronieken 26:8
Deze allen waren uit de kinderen van Obed-Edom; zij, en hun kinderen, en hun broeders, kloeke mannen in kracht tot den dienst; daar waren er twee en zestig van Obed-Edom.
2 Kronieken 26:17
Doch Azaria, de priester, ging hem na, en met hem des HEEREN priesters, tachtig kloeke mannen.
Nehemia 11:14
En hun broederen, dappere helden, waren honderd acht en twintig; en opziener over hen was Zabdiel, de zoon van Gedolim.
1 Timotheüs 6:12
Strijd den goeden strijd des geloofs, grijp naar het eeuwige leven, tot hetwelk gij ook geroepen zijt, en de goede belijdenis beleden hebt voor vele getuigen.
2 Timotheüs 2:3
Gij dan, lijd verdrukkingen, als een goed krijgsknecht van Jezus Christus.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd