1 Kronieken 27:17

Over de Levieten was Hasabja, de zoon van Kemuel; over de Aaronieten was Zadok;

1 Kronieken 26:30

Van de Hebronieten was Hasabja, en zijn broeders, kloeke mannen, duizend en zevenhonderd, over de ambten van Israel op deze zijde van de Jordaan tegen het westen, over al het werk des HEEREN, en tot den dienst des konings.

1 Kronieken 12:27-28

En Jehojada was overste der Aaronieten; en met hem waren er drie duizend en zevenhonderd.

1 Kronieken 24:4

En van de kinderen van Eleazar werden meer gevonden tot hoofden der mannen, dan van de kinderen van Ithamar, als zij hen afdeelden; van de kinderen van Eleazar waren zestien hoofden der vaderlijke huizen, maar van de kinderen van Ithamar, naar hun vaderlijke huizen, acht.

1 Kronieken 24:31

En zij wierpen ook loten, nevens hun broederen, de zonen van Aaron, voor het aangezicht van den koning David, en Zadok, en Achimelech, en van de hoofden der vaderen onder de priesteren en onder de Levieten; het hoofd der vaderen tegen zijn kleinsten broeder.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain