1 Kronieken 26:30

Van de Hebronieten was Hasabja, en zijn broeders, kloeke mannen, duizend en zevenhonderd, over de ambten van Israel op deze zijde van de Jordaan tegen het westen, over al het werk des HEEREN, en tot den dienst des konings.

1 Kronieken 27:17

Over de Levieten was Hasabja, de zoon van Kemuel; over de Aaronieten was Zadok;

1 Kronieken 23:12

De kinderen van Kehath waren Amram, Jizhar, Hebron en Uzziel; vier.

1 Kronieken 23:19

Aangaande de kinderen van Hebron: Jeria was het hoofd, Amarja de tweede, Jahaziel de derde, en Jekameam de vierde.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain