1 Kronieken 27:32
En Jonathan, Davids oom, was raad, een verstandig man; hij was ook schrijver; Jehiel nu, de zoon van Hachmoni, was bij de zonen des konings.
2 Samuël 13:3
Doch Amnon had een vriend, wiens naam was Jonadab, een zoon van Simea, Davids broeder; en Jonadab was een zeer wijs man.
2 Samuël 21:21
En hij hoonde Israel; maar Jonathan, de zoon van Simea, Davids broeder, sloeg hem.
1 Kronieken 11:11
Dezen nu zijn van het getal der helden, die David had: Jasobam, de zoon van Hachmoni, was het hoofd der dertigen, die zijn spies tegen driehonderd opheffende, hen op eenmaal versloeg.
Treasury of Scripture Knowledge did not add