1 Kronieken 9:27

En zij bleven over nacht rondom het huis Gods; want op hen was de wacht, en zij waren over de opening, en dat allen morgen.

1 Samuël 3:15

Samuel nu lag tot aan den morgen; toen deed hij de deuren van het huis des HEEREN open; doch Samuel vreesde dit gezicht aan Eli te kennen te geven.

1 Kronieken 23:30-32

En om alle morgens te staan, om den HEERE te loven en te prijzen; en desgelijks des avonds;

Maleachi 1:10

Wie is er ook onder u, die de deuren om niet toesluit? En gij steekt het vuur niet aan op Mijn altaar om niet. Ik heb geen lust aan u, zegt de HEERE der heirscharen, en het spijsoffer is Mij van uw hand niet aangenaam.

Romeinen 12:7

Zo laat ons die gaven besteden, hetzij profetie, naar de mate des geloofs; hetzij bediening, in het bedienen; hetzij die leert, in het leren;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain