1 Samuël 10:20
Toen nu Samuel al de stammen van Israel had doen naderen, zo is de stam van Benjamin geraakt.
Jozua 7:16-18
Toen maakte zich Jozua des morgens vroeg op, en deed Israel aankomen naar zijn stammen; en de stam van Juda werd geraakt.
1 Samuël 14:41
Saul nu sprak tot den HEERE, den God Israels: Toon den onschuldige. Toen werd Jonathan en Saul geraakt, en het volk ging vrij uit.
Handelingen 1:24-26
En zij baden en zeiden: Gij Heere! Gij Kenner der harten van allen, wijs van deze twee een aan, dien Gij uitverkoren hebt;
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd