1 Samuël 18:29

Toen vreesde zich Saul nog meer voor David; en Saul was David een vijand al zijn dagen.

Prediker 4:4

Verder zag ik al den arbeid en alle geschikkelijkheid des werks, dat het den mens nijd van zijn naaste aanbrengt. Dat is ook ijdelheid en kwelling des geestes.

Genesis 4:4-8

En Habel bracht ook van de eerstgeborenen zijner schapen, en van hun vet. En de HEERE zag Habel en zijn offer aan;

1 Samuël 18:12

En Saul vreesde voor David, want de HEERE was met hem, en Hij was van Saul geweken.

1 Samuël 18:15

Toen nu Saul zag, dat hij zich zeer voorzichtiglijk gedroeg, vreesde hij voor zijn aangezicht.

Psalmen 37:12-14

Zain. De goddeloze bedenkt listige aanslagen tegen den rechtvaardige, en hij knerst over hem met zijn tanden.

Johannes 11:53

Van dien dag dan af beraadslaagden zij te zamen, dat zij Hem doden zouden.

Jakobus 2:19

Gij gelooft, dat God een enig God is; gij doet wel; de duivelen geloven het ook, en zij sidderen.

1 Johannes 3:12-15

Niet gelijk Kain, die uit den boze was, en zijn broeder doodsloeg; en om wat oorzaak sloeg hij hem dood? Omdat zijn werken boos waren, en van zijn broeder rechtvaardig.

Treasury of Scripture Knowledge did not add