1 Samuël 2:26
En de jongeling Samuel nam toe, en werd groot en aangenaam beide bij den HEERE en ook bij de mensen.
Lukas 2:52
En Jezus nam toe in wijsheid, en in grootte, en in genade bij God en de mensen.
1 Samuël 2:21
Want de HEERE bezocht Hanna, en zij werd bevrucht, en baarde drie zonen en twee dochters; en de jongeling Samuel werd groot bij den HEERE.
Spreuken 3:3
Dat de goedertierenheid en de trouw u niet verlaten; bind ze aan uw hals, schrijf zij op de tafel uws harten.
Lukas 1:80
En het kindeken wies op, en werd gesterkt in den geest, en was in de woestijnen, tot den dag zijner vertoning aan Israel.
Lukas 2:40
En het Kindeken wies op, en werd gesterkt in den geest, en vervuld met wijsheid; en de genade Gods was over Hem.
Handelingen 2:47
En prezen God, en hadden genade bij het ganse volk. En de Heere deed dagelijks tot de Gemeente, die zalig werden.
Romeinen 14:18
Want die Christus in deze dingen dient, is Gode welbehagelijk, en aangenaam den mensen.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd