Handelingen 2:47

En prezen God, en hadden genade bij het ganse volk. En de Heere deed dagelijks tot de Gemeente, die zalig werden.

Handelingen 11:24

Want hij was een goed man, en vol des Heiligen Geestes en des geloofs; en er werd een grote schare den Heere toegevoegd.

Handelingen 2:41

Die dan zijn woord gaarne aannamen, werden gedoopt; en er werden op dien dag tot hen toegedaan omtrent drie duizend zielen.

Romeinen 14:18

Want die Christus in deze dingen dient, is Gode welbehagelijk, en aangenaam den mensen.

Lukas 2:52

En Jezus nam toe in wijsheid, en in grootte, en in genade bij God en de mensen.

Lukas 19:48

En zij vonden niet, wat zij doen zouden; want al het volk hing Hem aan, en hoorde Hem.

Handelingen 2:39

Want u komt de belofte toe, en uw kinderen, en allen, die daar verre zijn, zo velen als er de Heere, onze God, toe roepen zal.

Handelingen 4:21

Maar zij dreigden hen nog meer, en lieten ze gaan, niets vindende, hoe zij hen straffen zouden, om des volks wil; want zij verheerlijkten allen God over hetgeen er geschied was.

Handelingen 4:33

En de apostelen gaven met grote kracht getuigenis van de opstanding van den Heere Jezus; en er was grote genade over hen allen.

Handelingen 5:13-14

En van de anderen durfde niemand zich bij hen voegen; maar het volk hield hen in grote achting.

Handelingen 13:48

Als nu de heidenen dit hoorden, verblijdden zij zich, en prezen het Woord des Heeren; en er geloofden zovelen, als er geordineerd waren tot het eeuwige leven.

Handelingen 16:5

De Gemeenten dan werden bevestigd in het geloof, en werden dagelijks overvloediger in getal.

Romeinen 8:30

En die Hij te voren verordineerd heeft, dezen heeft Hij ook geroepen; en die Hij geroepen heeft, dezen heeft Hij ook gerechtvaardigd; en die Hij gerechtvaardigd heeft, dezen heeft Hij ook verheerlijkt.

Romeinen 9:27

En Jesaja roept over Israel: Al ware het getal der kinderen Israels gelijk het zand der zee, zo zal het overblijfsel behouden worden.

Romeinen 11:5-7

Alzo is er dan ook in dezen tegenwoordigen tijd een overblijfsel geworden, naar de verkiezing der genade.

1 Corinthiërs 1:18

Want het woord des kruises is wel dengenen, die verloren gaan, dwaasheid; maar ons, die behouden worden, is het een kracht Gods;

Titus 3:4-5

Maar wanneer de goedertierenheid van God, onzen Zaligmaker, en Zijn liefde tot de mensen verschenen is,

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain