1 Thessalonicenzen 5:17
Bidt zonder ophouden.
Lukas 18:1
En Hij zeide ook een gelijkenis tot hen, daartoe strekkende, dat men altijd bidden moet, en niet vertragen;
Romeinen 12:12
Verblijdt u in de hoop. Zijt geduldig in de verdrukking. Volhardt in het gebed.
Efeziërs 6:18
Met alle bidding en smeking, biddende te allen tijd in den Geest, en tot hetzelve wakende met alle gedurigheid en smeking voor al de heiligen;
Colossenzen 4:2
Houdt sterk aan in het gebed, en waakt in hetzelve met dankzegging;
1 Petrus 4:7
En het einde aller dingen is nabij; zijt dan nuchteren, en waakt in de gebeden.
Lukas 21:36
Waakt dan te aller tijd, biddende, dat gij moogt waardig geacht worden te ontvlieden al deze dingen, die geschieden zullen, en te staan voor den Zoon des mensen.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd