1 Timotheüs 5:2

De oude vrouwen als moeders; de jonge als zusters, in alle reinheid.

Mattheüs 12:50

Want zo wie den wil Mijns Vaders doet Die in de hemelen is, dezelve is Mijn broeder, en zuster, en moeder.

Johannes 19:26-27

Jezus nu, ziende Zijn moeder, en den discipel, dien Hij liefhad, daarbij staande, zeide tot Zijn moeder: Vrouw, zie, uw zoon.

Filippenzen 4:8

Voorts, broeders, al wat waarachtig is, al wat eerlijk is, al wat rechtvaardig is, al wat rein is, al wat liefelijk is, al wat wel luidt, zo er enige deugd is, en zo er enige lof is, bedenkt datzelve;

1 Timotheüs 4:12

Niemand verachte uw jonkheid, maar zijt een voorbeeld der gelovigen in woord, in wandel, in liefde, in den geest, in geloof, in reinheid.

1 Timotheüs 5:3

Eer de weduwen, die waarlijk weduwen zijn.

2 Timotheüs 2:22

Maar vlied de begeerlijkheden der jonkheid; en jaag naar rechtvaardigheid, geloof, liefde, vrede, met degenen, die den Heere aanroepen uit een rein hart.

1 Thessalonicenzen 5:22

Onthoudt u van allen schijn des kwaads.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd