2 Corinthiër 10:12
Want wij durven onszelven niet rekenen of vergelijken met sommigen, die zichzelven prijzen; maar deze verstaan niet, dat zij zichzelven met zichzelven meten, en zichzelven met zichzelven vergelijken.
2 Corinthiër 3:1
Beginnen wij onszelven wederom u aan te prijzen? Of behoeven wij ook, gelijk sommigen, brieven van voorschrijving aan u, of brieven van voorschrijving van u?
Spreuken 26:12
Hebt gij een man gezien, die wijs in zijn ogen is! Van een zot is meer verwachting dan van hem.
Spreuken 27:2
Laat u een vreemde prijzen, en niet uw mond; een onbekende, en niet uw lippen.
Job 12:2
Trouwens, omdat gijlieden het volk zijt, zo zal de wijsheid met ulieden sterven!
Spreuken 25:27
Veel honigs te eten is niet goed; maar de onderzoeking van de heerlijkheid van zulke dingen is eer.
Lukas 18:11
De Farizeer, staande, bad dit bij zichzelven: O God! ik dank U, dat ik niet ben gelijk de anderen mensen, rovers, onrechtvaardigen, overspelers; of ook gelijk deze tollenaar.
Romeinen 15:18
Want ik zou niet durven iets zeggen, hetwelk Christus door mij niet gewrocht heeft, tot gehoorzaamheid der heidenen, met woorden en werken;
2 Corinthiër 5:12
Want wij prijzen onszelven u niet wederom aan, maar wij geven u oorzaak van roem over ons, opdat gij stof zoudt hebben tegen degenen, die in het aangezicht roemen en niet in het hart.
2 Corinthiër 10:18
Want niet die zichzelven prijst, maar dien de Heere prijst, die is beproefd.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd