2 Koningen 14:21

En het ganse volk van Juda nam Azaria (die nu zestien jaren oud was), en maakten hem koning in plaats van zijn vader Amazia.

2 Koningen 15:13

Sallum, de zoon van Jabes, werd koning, in het negen en dertigste jaar van Uzzia, den koning van Juda; en hij regeerde een volle maand te Samaria.

2 Koningen 21:24

Maar het volk des lands versloeg allen, die tegen den koning Amon een verbintenis gemaakt hadden; en het volk des lands maakte zijn zoon Josia koning in zijn plaats.

1 Kronieken 3:12

Zijn zoon was Amazia; zijn zoon was Azaria; zijn zoon was Jotham;

2 Kronieken 26:1

Toen nam het ganse volk van Juda Uzzia (die nu zestien jaren oud was), en maakte hem koning in de plaats van zijn vader Amazia.

Mattheüs 1:8-9

En Asa gewon Josafat, en Josafat gewon Joram, en Joram gewon Ozias;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain