2 Koningen 3:4

Mesa nu, de koning der Moabieten, was een veehandelaar, en bracht op aan den koning van Israel honderd duizend lammeren, en honderd duizend rammen met de wol.

2 Samuël 8:2

Ook sloeg hij de Moabieten, en mat hen met een snoer, doende hen ter aarde nederliggen; en hij mat met twee snoeren om te doden, en met een vol snoer om in het leven te laten. Alzo werden de Moabieten David tot knechten, brengende geschenken.

Genesis 13:2

En Abram was zeer rijk, in vee, in zilver, en in goud.

Genesis 26:13-14

En die man werd groot, ja, hij werd doorgaans groter, totdat hij zeer groot geworden was.

1 Kronieken 18:2

Hij sloeg ook de Moabieten, alzo dat de Moabieten Davids knechten werden, brengende geschenken.

2 Kronieken 26:10

Hij bouwde ook torens in de woestijn, en hieuw vele putten uit, overmits hij veel vee had, beide in de laagten en in de effene velden; akkerlieden en wijngaardeniers op de bergen en op de vruchtbare velden; want hij was een liefhebber van den land bouw.

Job 1:3

Daartoe was zijn vee zeven duizend schapen, en drie duizend kemelen, en vijfhonderd juk ossen, en vijfhonderd ezelinnen; ook was zijn dienstvolk zeer veel; zodat deze man groter was dan al die van het oosten.

Job 42:12

En de HEERE zegende Jobs laatste meer dan zijn eerste; want hij had veertien duizend schapen, en zes duizend kemelen, en duizend juk runderen, en duizend ezelinnen.

Psalmen 60:8

Moab is mijn waspot; op Edom zal ik mijn schoen werpen! juich over mij, o gij Palestina!

Psalmen 108:9-10

Moab is mijn waspot; op Edom zal ik mijn schoen werpen; over Palestina zal ik juichen.

Jesaja 16:1-2

Zendt de lammeren van den heerser des lands van Sela af, naar de woestijn henen, tot den berg der dochter van Sion.

Treasury of Scripture Knowledge did not add