2 Kronieken 17:6
En zijn hart verhief zich in de wegen des HEEREN; en hij nam verder de hoogten en de bossen uit Juda weg.
2 Kronieken 15:17
De hoogten werden wel niet weggenomen uit Israel, het hart van Asa nochtans was volkomen al zijn dagen.
2 Kronieken 20:33
Evenwel werden de hoogten niet weggenomen; want het volk had nog zijn hart niet geschikt tot den God zijner vaderen.
1 Koningen 22:43
En hij wandelde in al den weg van zijn vader Asa; hij week niet daarvan, doende dat recht was in de ogen des HEEREN.
2 Kronieken 19:3
Evenwel goede dingen zijn bij u gevonden; want gij hebt de bossen uit het land weggedaan, en uw hart gericht om God te zoeken.
Deuteronomium 28:47
Omdat gij den HEERE, uw God, niet gediend zult hebben met vrolijkheid en goedheid des harten, vanwege de veelheid van alles;
2 Kronieken 14:3
Want hij nam de altaren der vreemden, en de hoogten weg, en brak de opgerichte beelden, en hieuw de bossen af.
2 Kronieken 31:1
Als zij nu voleind hadden, togen alle Israelieten, die er gevonden werden, uit, tot de steden van Juda, en braken de opgerichte beelden, en hieuwen de bossen af, en wierpen de hoogten en de altaren af, uit gans Juda en Benjamin, ook in Efraim en Manasse, totdat zij alles te niet gemaakt hadden; daarna keerden al de kinderen Israels weder, een ieder tot zijn bezitting in hun steden.
2 Kronieken 34:3-7
Want in het achtste jaar zijner regering, toen hij nog een jongeling was, begon hij den God zijns vaders Davids te zoeken; en in het twaalfde jaar begon hij Juda en Jeruzalem van de hoogten en de bossen, en de gesneden en de gegoten beelden te reinigen.
Job 22:26
Want dan zult gij u over den Almachtige verlustigen, en gij zult tot God uw aangezicht opheffen.
Psalmen 18:21-22
Want ik heb des HEEREN wegen gehouden, en ben van mijn God niet goddelooslijk afgegaan.
Psalmen 119:1
Aleph. Welgelukzalig zijn de oprechten van wandel, die in de wet des HEEREN gaan.
Psalmen 138:5
En zij zullen zingen van de wegen des HEEREN, want de heerlijkheid des HEEREN is groot.
Hosea 14:9
Efraim! wat heb Ik meer met de afgoden te doen? Ik heb hem verhoord, en zal op hem zien; Ik zal hem zijn als een groenende denneboom; uw vrucht is uit Mij gevonden. [ (Hosea 14:10) Wie is wijs? die versta deze dingen; wie is verstandig? die bekenne ze; want des HEEREN wegen zijn recht, en de rechtvaardigen zullen daarin wandelen, maar de overtreders zullen daarin vallen. ]
Handelingen 13:10
O gij kind des duivels, vol van alle bedrog, en van alle arglistigheid, vijand van alle gerechtigheid, zult gij niet ophouden te verkeren de rechte wegen des Heeren?
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd