2 Kronieken 32:3
Zo hield hij raad met zijn vorsten en zijn helden, om de fonteinwateren te stoppen, die buiten de stad waren; en zij hielpen hem.
2 Koningen 18:20
Gij zegt (doch het is een woord der lippen): Er is raad en macht tot den oorlog; op wien vertrouwt gij nu, dat gij tegen mij rebelleert?
2 Koningen 20:20
Het overige nu der geschiedenissen van Hizkia, en al zijn macht, en hoe hij den vijver en den watergang gemaakt heeft, en water in de stad gebracht heeft, zijn die niet geschreven in het boek der kronieken der koningen van Juda?
2 Kronieken 30:2
Want de koning had raad gehouden met zijn oversten en de ganse gemeente te Jeruzalem, om het pascha te houden, in de tweede maand.
Spreuken 15:22
De gedachten worden vernietigd, als er geen raad is; maar door veelheid der raadslieden zal elkeen bestaan.
Spreuken 20:18
Elke gedachte wordt door raad bevestigd, daarom voer oorlog met wijze raadslagen.
Spreuken 24:6
Want door wijze raadslagen zult gij voor u den krijg voeren, en in de veelheid der raadgevers is de overwinning.
Jesaja 22:8-11
En hij zal het deksel van Juda ontdekken; en te dien dage zult gij zien naar de wapenen in het huis des wouds.
Jesaja 40:13
Wie heeft den Geest des HEEREN bestierd, en wie heeft Hem als Zijn raadsman onderwezen?
Romeinen 11:34
Want wie heeft den zin des Heeren gekend? Of wie is Zijn raadsman geweest?
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd