Want al Zijn rechten waren voor mij, en Zijn inzettingen, daarvan week ik niet af.

Ik heb verkoren den weg der waarheid, Uw rechten heb ik mij voorgesteld.

Ik ben niet geweken van Uw rechten, want Gij hebt mij geleerd.

Dit zijn dan de geboden, de inzettingen en de rechten, die de HEERE, uw God, geboden heeft om u te leren; opdat gij ze doet in het land, naar hetwelk gij heentrekt, om dat erfelijk te bezitten;

En deze woorden, die ik u heden gebiede, zullen in uw hart zijn.

Zo zal het geschieden, omdat gij deze rechten zult horen, en houden, en dezelve doen, dat de HEERE, uw God, u het verbond en de weldadigheid zal houden, die Hij uw vaderen gezworen heeft;

Wacht u, dat gij den HEERE, uw God, niet vergeet, dat gij niet zoudt houden Zijn geboden, en Zijn rechten, en Zijn inzettingen, die ik u heden gebiede;

De bevelen des HEEREN zijn recht, verblijdende het hart; het gebod des HEEREN is zuiver, verlichtende de ogen.

Dan zou ik niet beschaamd worden, wanneer ik merken zou op al Uw geboden.

Ik heb met mijn lippen verteld al de rechten Uws monds.

Al Uw geboden zijn waarheid; zij vervolgen mij met leugen, help mij.

Daarom heb ik alle Uw bevelen, van alles, voor recht gehouden; maar alle valse pad heb ik gehaat.

En zij waren beiden rechtvaardig voor God, wandelende in al de geboden en rechten des Heeren, onberispelijk.

Gij zijt Mijn vrienden, zo gij doet wat Ik u gebiede.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain

Alle Vertalingen
Dutch Staten Vertaling