2 Samuël 23:26

Helez, de Paltiet; Ira, de zoon van Ikes, de Thekoiet;

2 Samuël 14:2

Zo zond Joab heen naar Thekoa, en nam van daar een wijze vrouw; en hij zeide tot haar: Stel u toch, alsof gij rouw droegt, en trek nu rouwklederen aan, en zalf u niet met olie, en wees als een vrouw, die nu vele dagen rouw gedragen heeft over een dode;

1 Kronieken 11:27-28

Sammoth, de Harodiet; Helez, de Peloniet;

1 Kronieken 27:9-10

De zesde, in de zesde maand, was Ira, de zoon van Ikkes, de Thekoiet; in zijn verdeling waren er ook vier en twintig duizend.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain