2 Thessalonicenzen 3:7

Want gijzelven weet, hoe men ons behoort na te volgen; want wij hebben ons niet ongeregeld gedragen onder u;

1 Corinthiërs 4:16

Zo vermaan ik u dan: zijt mijn navolgers.

2 Thessalonicenzen 3:9

Niet, dat wij de macht niet hebben, maar opdat wij onszelven u geven zouden tot een voorbeeld, om ons na te volgen.

1 Corinthiërs 11:1

Weest mijn navolgers, gelijkerwijs ook ik van Christus.

Filippenzen 3:17

Weest mede mijn navolgers, broeders, en merkt op degenen, die alzo wandelen, gelijk gij ons tot een voorbeeld hebt.

Filippenzen 4:9

Hetgeen gij ook geleerd, en ontvangen, en gehoord, en in mij gezien hebt, doet dat; en de God des vredes zal met u zijn.

1 Thessalonicenzen 1:6-7

En gij zijt onze navolgers geworden, en des Heeren, het Woord aangenomen hebbende in vele verdrukking, met blijdschap des Heiligen Geestes;

1 Thessalonicenzen 2:10

Gij zijt getuigen, en God, hoe heilig, en rechtvaardig, en onberispelijk wij u, die gelooft, geweest zijn.

2 Thessalonicenzen 3:6

En wij bevelen u, broeders, in den Naam van onzen Heere Jezus Christus, dat gij u onttrekt van een iegelijk broeder, die ongeregeld wandelt, en niet naar de inzetting, die hij van ons ontvangen heeft.

1 Timotheüs 4:12

Niemand verachte uw jonkheid, maar zijt een voorbeeld der gelovigen in woord, in wandel, in liefde, in den geest, in geloof, in reinheid.

Titus 2:7

Betoon uzelven in alles een voorbeeld van goede werken, betoon in de leer onvervalstheid, deftigheid, oprechtheid;

1 Petrus 5:3

Noch als heerschappij voerende over het erfdeel des Heeren maar als voorbeelden der kudde geworden zijnde.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain