2 Thessalonicenzen 3:9
Niet, dat wij de macht niet hebben, maar opdat wij onszelven u geven zouden tot een voorbeeld, om ons na te volgen.
1 Corinthiërs 9:4-14
Hebben wij niet macht, om te eten en te drinken?
2 Thessalonicenzen 3:7
Want gijzelven weet, hoe men ons behoort na te volgen; want wij hebben ons niet ongeregeld gedragen onder u;
1 Thessalonicenzen 2:6
Noch zoekende eer uit mensen, noch van u, noch van anderen; hoewel wij u tot last konden zijn als Christus' apostelen;
Mattheüs 10:10
Noch male tot den weg, noch twee rokken, noch schoenen, noch staf; want de arbeider is zijn voedsel waardig.
Johannes 13:15
Want Ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat, gelijkerwijs Ik u gedaan heb, gijlieden ook doet.
Galaten 6:6
En die onderwezen wordt in het Woord, dele mede van alle goederen dengene, die hem onderwijst.
1 Petrus 2:21
Want hiertoe zijt gij geroepen, dewijl ook Christus voor ons geleden heeft, ons een voorbeeld nalatende, opdat gij Zijn voetstappen zoudt navolgen;
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd