2 Timothy
2 Timotheüs 4:9
Benaarstig u haastelijk tot mij te komen.
2 Timotheüs 1:4
Zeer begerig zijnde om u te zien, als ik gedenk aan uw tranen, opdat ik met blijdschap moge vervuld worden;
2 Timotheüs 4:21
Benaarstig u, om voor den winter te komen. U groet Eubulus, en Pudens, en Linus, en Klaudia, en al de broeders.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd