Amos 9

 
                                        SVG
                                    
                                                                            change
                                                                    
                                        NASB
                                    
Tools

                                    1 Ik zag den Heere staan op het altaar, en Hij zeide: Sla dien knoop, dat de posten beven, en doorkloof ze allen in het hoofd; en Ik zal hun achterste met het zwaard doden; en vliedende zal onder hen niet ontvlieden, noch de ontkomende onder hen behouden worden.                                

                                    1 I saw the Lord standing beside the altar, and He said,“Smite the capitals so that the thresholds will shake,And break them on the heads of them all!Then I will slay the rest of them with the sword;They will not have a fugitive who will flee,Or a refugee who will escape.                                
Tools

                                    2 Al groeven zij tot in de hel, zo zal Mijn hand ze van daar halen, en al klommen zij in den hemel, zo zal Ik ze van daar doen nederdalen.                                

                                    2 “Though they dig into Sheol,From there will My hand take them;And though they ascend to heaven,From there will I bring them down.                                
Tools

                                    3 En al verstaken zij zich op de hoogte van Karmel, zo zal Ik ze naspeuren en van daar halen; en al verborgen zij zich van voor Mijn ogen in den grond van de zee, zo zal Ik van daar een slang gebieden, die zal ze bijten.                                

                                    3 “Though they hide on the summit of Carmel,I will search them out and take them from there;And though they conceal themselves from My sight on the floor of the sea,From there I will command the serpent and it will bite them.                                
Tools

                                    4 En al gingen zij in gevangenis voor het aangezicht hunner vijanden, zo zal Ik vandaar het zwaard gebieden, dat het hen dode; en Ik zal Mijn oog tegen hen zetten ten kwade, en niet ten goede.                                

                                    4 “And though they go into captivity before their enemies,From there I will command the sword that it slay them,And I will set My eyes against them for evil and not for good.”                                
Tools

                                    5 Want de Heere HEERE der heirscharen is het, Die het land aanroert, dat het versmelte, en allen, die daarin wonen, treuren; en dat het geheel oprijze als een rivier, en verdronken worde als door de rivier van Egypte.                                

                                    5 The Lord God of hosts,The One who touches the land so that it melts,And all those who dwell in it mourn,And all of it rises up like the NileAnd subsides like the Nile of Egypt;                                
Tools

                                    6 Die Zijn opperzalen in den hemel bouwt, en Zijn benden heeft Hij op aarde gefondeerd; Die de wateren der zee roept, en giet ze uit op den aardbodem; HEERE is Zijn Naam.                                

                                    6 The One who builds His upper chambers in the heavensAnd has founded His vaulted dome over the earth,He who calls for the waters of the seaAnd pours them out on the face of the earth,The Lord is His name.                                
Tools

                                    7 Zijt gijlieden Mij niet als de kinderen der Moren, o kinderen Israels? spreekt de HEERE. Heb Ik Israel niet opgevoerd uit Egypteland, en de Filistijnen uit Kafthor, en de Syriers uit Kir?                                

                                    7 “Are you not as the sons of Ethiopia to Me,O sons of Israel?” declares the Lord.“Have I not brought up Israel from the land of Egypt,And the Philistines from Caphtor and the Arameans from Kir?                                
Tools

                                    8 Ziet, de ogen des Heeren HEEREN zijn tegen dit zondig koninkrijk, dat Ik het van den aardbodem verdelge; behalve dat Ik het huis Jakobs niet ganselijk zal verdelgen, spreekt de HEERE.                                

                                    8 “Behold, the eyes of the Lord God are on the sinful kingdom,And I will destroy it from the face of the earth;Nevertheless, I will not totally destroy the house of Jacob,”Declares the Lord.                                
Tools

                                    9 Want ziet, Ik geef bevel, en Ik zal het huis Israels onder al de heidenen schudden, gelijk als zaad geschud wordt in een zeef; en niet een steentje zal er ter aarde vallen.                                

                                    9 “For behold, I am commanding,And I will shake the house of Israel among all nationsAs grain is shaken in a sieve,But not a kernel will fall to the ground.                                
Tools

                                    10 Alle zondaars Mijns volks zullen door het zwaard sterven; die daar zeggen: Het kwaad zal tot ons niet genaken, noch ons voorkomen.                                

                                    10 “All the sinners of My people will die by the sword,Those who say, ‘The calamity will not overtake or confront us.’                                
Tools

                                    11 Te dien dage zal Ik de vervallen hut van David weder oprichten, en Ik zal haar reten vertuinen, en wat aan haar is afgebroken, weder oprichten, en zal ze bouwen, als in de dagen van ouds;                                

                                    11 “In that day I will raise up the fallen booth of David,And wall up its breaches;I will also raise up its ruinsAnd rebuild it as in the days of old;                                
Tools

                                    12 Opdat zij erfelijk bezitten het overblijfsel van Edom, en al de heidenen, die naar Mijn Naam genoemd worden, spreekt de HEERE, Die dit doet.                                

                                    12 That they may possess the remnant of EdomAnd all the nations who are called by My name,”Declares the Lord who does this.                                
Tools

                                    13 Ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat de ploeger den maaier, en de druiventreder den zaadzaaier genaken zal; en de bergen zullen van zoeten wijn druipen, en al de heuvelen zullen smelten.                                

                                    13 “Behold, days are coming,” declares the Lord,“When the plowman will overtake the reaperAnd the treader of grapes him who sows seed;When the mountains will drip sweet wineAnd all the hills will be dissolved.                                
Tools

                                    14 En Ik zal de gevangenis van Mijn volk Israel wenden, en zij zullen de verwoeste steden herbouwen en bewonen, en wijngaarden planten, en derzelver wijn drinken; en zij zullen hoven maken, en derzelver vrucht eten.                                

                                    14 “Also I will restore the captivity of My people Israel,And they will rebuild the ruined cities and live in them;They will also plant vineyards and drink their wine,And make gardens and eat their fruit.                                
Tools

                                    15 En Ik zal ze in hun land planten; en zij zullen niet meer worden uitgerukt uit hun land, dat Ik hunlieden gegeven heb, zegt de HEERE, uw God.                                

                                    15 “I will also plant them on their land,And they will not again be rooted out from their landWhich I have given them,”Says the Lord your God.