Amos
- 111 De
- 110 En
- 78 Zal
- 69 Heere
- 69 Het
- 68 Van
- 61 Ik
- 52 Niet
- 50 Een
- 44 Dat
- 43 Den
- 39 Die
- 38 Zijn
- 31 Zij
- 27 Te
- 27 Zegt
- 26 Gij
- 25 Der
- 25 Tot
- 24 Op
- 23 Spreekt
- 23 Zullen
- 22 Met
- 22 Uit
- 21 Als
- 21 Hij
- 20 Des
- 20 Huis
- 20 Want
- 19 Uw
- 18 Daarom
- 17 Mij
- 17 Om
- 16 Er
- 16 Ziet
- 15 Alzo
- 15 Israels
- 15 Maar
- 15 Over
- 14 Heb
- 14 Ulieden
- 13 Al
- 13 Israel
- 13 Land
- 13 Worden
- 12 Dien
- 12 God
- 12 Mijn
- 12 Zo
- 11 Aan
- 11 Door
- 11 Drie
- 11 Hebt
- 11 Heeft
- 11 Paleizen
- 11 Zeide
- 10 Omdat
- 10 Overtredingen
- 9 Dit
- 9 Doen
- 9 Hebben
- 9 Hun
- 9 Ook
- 9 Volk
- 9 Voor
- 9 Vuur
- 8 Afwenden
- 8 Bij
- 8 Daar
- 8 Gevankelijk
- 8 Haar
- 8 Heeren
- 8 Heirscharen
- 8 Naar
- 8 Vier
- 8 Ze
- 8 Zwaard
- 7 Aarde
- 7 Amos
- 7 Beth
- 7 Dage
- 7 Dagen
- 7 Dan
- 7 Drinken
- 7 Geen
- 7 Naam
- 7 Onder
- 7 Stad
- 7 Tegen
- 7 Toen
- 7 Verteren
- 7 Zenden
- 7 Zich
- 6 Alle
- 6 El
- 6 Gelijk
- 6 Hem
- 6 Kinderen
- 6 Midden
- 6 Opdat
Amos
- 146
- 62 De heer
- 62 De Heere
- 62 De Heere
- 21 Zegt de Heere
- 13 Zo zegt de Heere
- 8 Huis Israëls
- 6 Mijn volk.
- 4 Den heer
- 4 Door het zwaard
- 3 Met het zwaard
- 3 Uit Egypte
- 2 Dagen komen
- 2 Dagen komen
- 2 De Arme
- 2 De Arme
- 2 Heere zeide
- 2 In de woestijn
- 2 In de woestijn
- 2 In het land
- 2 Koning van Israël
- 2 Zal de Heere
- 1 Dag des Heeren
- 1 Drie dagen
- 1 Heere der heirscharen
- 1 Het woord
- 1 In de hel
- 1 In het begin
- 1 Kinderen van Israël
- 1 Koning van Juda
- 1 Laten we
- 1 Niet één steen
- 1 Nieuwe Maan
- 1 Op aarde
- 1 Sodom en Gomorra
- 1 Stof der aarde
- 1 Voor mij
- 1 Wijn drinken
- 1 Wijn te drinken
- 1 Zijn Woord