Colossenzen 1:3

Wij danken den God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, altijd voor u biddende;

Romeinen 1:8-9

Eerstelijk dank ik mijn God door Jezus Christus over u allen, dat uw geloof verkondigd wordt in de gehele wereld.

1 Corinthiërs 1:4

Ik dank mijn God allen tijd over u, vanwege de genade Gods, die u gegeven is in Christus Jezus;

Efeziërs 1:15

Daarom ook ik, gehoord hebbende het geloof in den Heere Jezus, dat onder u is, en de liefde tot al de heiligen,

Colossenzen 1:9

Waarom ook wij, van dien dag af dat wij het gehoord hebben, niet ophouden voor u te bidden en te begeren, dat gij moogt vervuld worden met de kennis van Zijn wil, in alle wijsheid en geestelijk verstand;

1 Thessalonicenzen 1:2

Wij danken God altijd over u allen, uwer gedachtig zijnde in onze gebeden;

2 Timotheüs 1:3

Ik dank God, Wien ik diene van mijn voorouderen aan in een rein geweten, gelijk ik zonder ophouden uwer gedachtig ben in mijn gebeden nacht en dag;

Efeziërs 3:14-19

Om deze oorzaak buig ik mijn knieen tot den Vader van onzen Heere Jezus Christus,

Filippenzen 1:3-5

Ik dank mijn God, zo dikwijls als ik uwer gedenk.

Filippenzen 1:9-11

En dit bid ik God, dat uw liefde nog meer en meer overvloedig worde in erkentenis en alle gevoelen;

Filippenzen 4:6

Weest in geen ding bezorgd; maar laat uw begeerten in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God;

Colossenzen 1:13

Die ons getrokken heeft uit de macht der duisternis, en overgezet heeft in het Koninkrijk van den Zoon Zijner liefde;

1 Thessalonicenzen 3:10-13

Nacht en dag zeer overvloediglijk biddende, om uw aangezicht te mogen zien, en te volmaken, hetgeen aan uw geloof ontbreekt.

2 Thessalonicenzen 2:16-17

En onze Heere Jezus Christus Zelf, en onze God en Vader, Die ons heeft liefgehad, en gegeven heeft een eeuwige vertroosting en goede hoop in genade,

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain