Daniël 6:9
Nu, o koning! gij zult een gebod bevestigen, en een schrift tekenen, dat niet veranderd worde, naar de wet der Meden en der Perzen, die niet mag wederroepen worden.
Psalmen 118:9
Het is beter tot den HEERE toevlucht te nemen, dan op prinsen te vertrouwen.
Psalmen 146:3
Vertrouwt niet op prinsen, op des mensen kind, bij hetwelk geen heil is.
Psalmen 62:9-10
Immers zijn de gemene lieden ijdelheid, de grote lieden zijn leugen; in de weegschaal opgewogen, zouden zij samen lichter zijn dan de ijdelheid.
Spreuken 6:2
Gij zijt verstrikt met de redenen uws monds; gij zijt gevangen met de redenen uws monds.
Jesaja 2:22
Laat gijlieden dan af van den mens, wiens adem in zijn neus is, want waarin is hij te achten?
Treasury of Scripture Knowledge did not add