Proverbs
Spreuken 6:2
Gij zijt verstrikt met de redenen uws monds; gij zijt gevangen met de redenen uws monds.
Spreuken 12:13
In de overtreding der lippen is de strik des bozen; maar de rechtvaardige zal uit de benauwdheid uitkomen.
Spreuken 18:7
De mond des zots is hemzelven een verstoring, en zijn lippen een strik zijner ziel.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd