Deuteronomium 32:12
Zo leidde hem de HEERE alleen, en er was geen vreemd god met hem.
Psalmen 78:52-53
En Hij voerde Zijn volk als schapen, en leidde hen, als een kudde, in de woestijn.
Deuteronomium 1:31
En in de woestijn, waar gij gezien hebt, dat de HEERE uw God, u daarin gedragen heeft, als een man zijn zoon draagt, op al den weg, dien gij gewandeld hebt, totdat gij kwaamt aan deze plaats.
Deuteronomium 32:39
Ziet nu, dat Ik, Ik Die ben, en geen God met Mij, Ik dood en maak levend; Ik versla en Ik heel; en er is niemand, die uit Mijn hand redt!
Nehemia 9:12
En Gij hebt ze des daags geleid met een wolkkolom, en des nachts met een vuurkolom, om hen te lichten op den weg, waarin zij zouden wandelen.
Psalmen 27:11
HEERE! leer mij Uw weg, en leid mij in het rechte pad, om mijner verspieders wil.
Psalmen 78:14
En Hij leidde hen des daags met een wolk, en den gansen nacht met een licht des vuurs.
Psalmen 80:1
Voor den opperzangmeester, op Schoschannim; een getuigenis, een psalm van Asaf. (1a) O Herder Israels! neem ter ore, Die Jozef als schapen leiddet; Die tussen de cherubim zit, verschijn blinkende.
Psalmen 136:16
Die Zijn volk door de woestijn geleid heeft; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
Jesaja 43:11-12
Ik, Ik ben de HEERE, en er is geen Heiland behalve Mij.
Jesaja 44:7-8
En wie zal, gelijk als Ik, roepen en het verkondigen, en het ordentelijk voor Mij stellen, sedert dat Ik een eeuwig volk gesteld heb? en laat ze de toekomstige dingen, en die komen zullen, hun verkondigen.
Jesaja 46:4
En tot de ouderdom toe zal Ik Dezelfde zijn, ja, tot de grijsheid toe zal Ik ulieden dragen; Ik heb het gedaan, en Ik zal u opnemen, en Ik zal dragen en redden.
Jesaja 63:9-13
In al hun benauwdheid was Hij benauwd, en de Engel Zijns aangezichts heeft hen behouden; door Zijn liefde en door Zijn genade heeft Hij hen verlost; en Hij nam hen op, en Hij droeg hen al de dagen van ouds.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd