Efeziërs 6:16
Bovenal aangenomen hebbende het schild des geloofs, met hetwelk gij al de vurige pijlen des bozen zult kunnen uitblussen.
Genesis 15:1
Na deze dingen geschiedde het woord des HEEREN tot Abram in een gezicht, zeggende: Vrees niet, Abram! Ik ben u een Schild, uw Loon zeer groot.
1 Johannes 5:4-5
Want al wat uit God geboren is, overwint de wereld; en dit is de overwinning, die de wereld overwint, namelijk ons geloof.
Psalmen 56:10-11
In God zal ik het woord prijzen; in den HEERE zal ik het woord prijzen.
Psalmen 120:4
Scherpe pijlen eens machtigen, mitsgaders gloeiende jeneverkolen.
Spreuken 18:10
De Naam des HEEREN is een Sterke Toren; de rechtvaardige zal daarhenen lopen, en in een Hoog Vertrek gesteld worden.
2 Corinthiër 1:24
Niet dat wij heerschappij voeren over uw geloof, maar wij zijn medewerkers uwer blijdschap; want gij staat door het geloof.
2 Corinthiër 4:16-18
Daarom vertragen wij niet; maar hoewel onze uitwendige mens verdorven wordt, zo wordt nochtans de inwendige vernieuwd van dag tot dag.
1 Thessalonicenzen 5:19
Blust den Geest niet uit.
Hebreeën 6:17-18
Waarin God, willende den erfgenamen der beloftenis overvloediger bewijzen de onveranderlijkheid van Zijn raad, met een eed daartussen is gekomen;
Hebreeën 11:24-34
Door het geloof heeft Mozes, nu groot geworden zijnde, geweigerd een zoon van Farao's dochter genoemd te worden;
1 Petrus 5:8-9
Zijt nuchteren, en waakt; want uw tegenpartij, de duivel, gaat om als een briesende leeuw, zoekende, wien hij zou mogen verslinden;
Psalmen 56:3-4
Ten dage, als ik zal vrezen, zal ik op U vertrouwen.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd