Exodus 16:14
Als nu de liggende dauw opgevaren was, zo ziet, over de woestijn was een klein rond ding, klein als de rijm, op de aarde.
Numberi 11:7-9
Het Man nu was als korianderzaad, en zijn verf was als de verf van den bedolah.
Psalmen 105:40
Zij baden, en Hij deed kwakkelen komen, en Hij verzadigde hen met hemels brood.
Nehemia 9:15
En Gij hebt hun brood uit den hemel gegeven voor hun honger, en hun water uit de steenrots voortgebracht voor hun dorst; en Gij hebt tot hen gezegd, dat zij zouden ingaan om te erven het land, waarover Gij Uw hand ophieft, dat Gij het hun zoudt geven.
Psalmen 78:24
En regende op hen het Man om te eten, en gaf hun hemels koren.
Exodus 16:31
En het huis Israels noemde deszelfs naam Man; en het was als korianderzaad, wit, en de smaak daarvan was als honigkoeken.
Deuteronomium 8:3
En Hij verootmoedigde u, en liet u hongeren, en spijsde u met het Man, dat gij niet kendet, noch uw vaderen gekend hadden; opdat Hij u bekend maakte, dat de mens niet alleen van het brood leeft, maar dat de mens leeft van alles, wat uit des HEEREN mond uitgaat.
Psalmen 147:16
Hij geeft sneeuw als wol; Hij strooit den rijm als as.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd