Exodus 30:29

Gij zult ze alzo heiligen, dat zij heiligheid der heiligheden zijn; al wat ze aanroert, zal heilig zijn.

Exodus 29:37

Zeven dagen zult gij verzoening doen voor het altaar, en zult het heiligen; alsdan zal dat altaar een heiligheid der heiligheden zijn; al wat het altaar aanroert, zal heilig zijn.

Leviticus 6:18

Al wat mannelijk is onder de zonen van Aaron zal het eten; het zij een eeuwige inzetting voor uw geslachten van de vuurofferen des HEEREN; al wat die zal aanroeren, zal heilig zijn.

Mattheüs 23:17

Gij dwazen en blinden, want wat is meerder, het goud, of de tempel, die het goud heiligt?

Mattheüs 23:19

Gij dwazen en blinden, want wat is meerder, de gave, of het altaar, dat de gave heiligt?

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain