Mattheüs 23:17
Gij dwazen en blinden, want wat is meerder, het goud, of de tempel, die het goud heiligt?
Mattheüs 23:19
Gij dwazen en blinden, want wat is meerder, de gave, of het altaar, dat de gave heiligt?
Exodus 30:26-29
En met dezelve zult gij zalven de tent der samenkomst, en de ark der getuigenis.
Numberi 16:38-39
Te weten de wierookvaten van dezen, die tegen hun zielen gezondigd hebben; dat men uitgerekte platen daarvan make, tot een overdeksel voor het altaar; want zij hebben ze gebracht voor het aangezicht des HEEREN, daarom zijn zij heilig; en zij zullen den kinderen Israels tot een teken zijn.
Psalmen 94:8
Aanmerkt, gij onvernuftigen onder het volk! en gij dwazen! wanneer zult gij verstandig worden?
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd