Ezechiël 27:21
Arabie en alle vorsten van Kedar waren de kooplieden uwer hand; met lammeren, en rammen, en bokken, daarmede handelden zij met u.
Jesaja 60:7
Al de schapen van Kedar zullen tot u verzameld worden; de rammen van Nebajoth zullen u dienen; zij zullen met welgevallen komen op Mijn altaar, en Ik zal het huis Mijner heerlijkheid heerlijk maken.
Genesis 25:13
En dit zijn de namen der zonen van Ismael, met hun namen naar hun geboorten. De eerstgeborene van Ismael, Nabajoth; daarna Kedar, en Adbeel, en Mibsam,
1 Koningen 10:15
Behalve dat van de kramers was, en van den handel der kruideniers, en van alle koningen van Arabie, en van de geweldigen van dat land.
1 Kronieken 1:29
Dit zijn hun geboorten: de eerstgeborene van Ismael was Nebajoth, en Kedar, en Adbeel, en Mibsam,
2 Kronieken 17:11
En van de Filistijnen brachten zij Josafat geschenken met het opgelegde geld; ook brachten hem de Arabieren klein vee, zeven duizend en zevenhonderd rammen, en zeven duizend en zevenhonderd bokken.
Hooglied 1:5
Ik ben zwart, doch liefelijk (gij dochteren van Jeruzalem!), gelijk de tenten van Kedar, gelijk de gordijnen van Salomo.
Jesaja 21:16
Want alzo heeft de HEERE tot mij gezegd: Nog binnen een jaar, gelijk de jaren eens dagloners zijn, zo zal de heerlijkheid van Kedar ten ondergaan.
Jeremia 25:24
En allen koningen van Arabie; en allen koningen des gemengden hoops, die in de woestijn wonen;
Handelingen 2:11
Kretenzen en Arabieren, wij horen hen in onze talen de grote werken Gods spreken.
Galaten 4:25
Want dit, namelijk Agar, is Sinai, een berg in Arabie, en komt overeen met Jeruzalem, dat nu is, en dienstbaar is met haar kinderen.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd