Jeremia 25:24
En allen koningen van Arabie; en allen koningen des gemengden hoops, die in de woestijn wonen;
2 Kronieken 9:14
Behalve dat zij van de kramers en de kooplieden inbrachten; ook brachten alle koningen van Arabie, en de vorsten deszelven lands, goud en zilver aan Salomo.
Jeremia 25:20
En den gansen gemengden hoop, en allen koningen des lands van Uz; en allen koningen van der Filistijnen land, en Askelon, en Gaza, en Ekron, en het overblijfsel van Asdod;
Jeremia 50:37
Het zwaard zal zijn over zijn paarden en over zijn wagenen, en over den gansen gemengden hoop, die in het midden van hen is, dat zij tot wijven worden; het zwaard zal zijn over haar schatten, dat zij geplunderd worden.
Ezechiël 30:5
Morenland, en Put, en Lud, en al de gemengde hoop, en Cub, en de kinderen van het land des verbonds zullen met hen vallen door het zwaard.
Genesis 25:2-4
En zij baarde hem Zimran en Joksan, en Medan en Midian, en Jisbak en Suah.
Genesis 25:12-16
Dit nu zijn de geboorten van Ismael, den zoon van Abraham, dien Hagar, de Egyptische, dienstmaagd van Sara, Abraham gebaard heeft.
Genesis 37:25-28
Daarna zaten zij neder om brood te eten, en hieven hun ogen op, en zagen, en ziet, een reisgezelschap van Ismaelieten kwam uit Gilead; en hun kemelen droegen specerijen en balsem, en mirre, reizende, om dat af te brengen naar Egypte.
1 Koningen 10:15
Behalve dat van de kramers was, en van den handel der kruideniers, en van alle koningen van Arabie, en van de geweldigen van dat land.
Jesaja 21:13
De last tegen Arabie. In het woud van Arabie zult gijlieden vernachten, o gij reizende gezelschappen van Dedanieten!
Jeremia 49:28-33
Tegen Kedar, en tegen de koninkrijken van Hazor, die Nebukadrezar, de koning van Babel, sloeg, zegt de HEERE alzo: Maakt u op, trekt op tegen Kedar, en verstoort de kinderen van het oosten.
Ezechiël 27:21
Arabie en alle vorsten van Kedar waren de kooplieden uwer hand; met lammeren, en rammen, en bokken, daarmede handelden zij met u.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd