Ezechiël 27:5
Zij hebben al uw denningen uit dennebomen van Senir gebouwd; zij hebben cederen van den Libanon gehaald, om masten voor u te maken.
Deuteronomium 3:9
(De Zidoniers noemen Hermon Sirjon; maar de Amorieten noemen hem Senir.)
Hooglied 4:8
Bij Mij van den Libanon af, o bruid! kom bij Mij van den Libanon af; zie van den top van Amana, van den top van Senir en van Hermon, van de woningen der leeuwinnen, van de bergen der luipaarden.
1 Koningen 5:1
En Hiram, de koning van Tyrus, zond zijn knechten tot Salomo (want hij had gehoord, dat zij Salomo tot koning gezalfd hadden in zijns vaders plaats), dewijl Hiram David altijd bemind had.
1 Koningen 5:6
Zo gebied nu, dat men mij cederen uit den Libanon houwe, en mijn knechten zullen met uw knechten zijn, en het loon uwer knechten zal ik u geven, naar al wat gij zeggen zult; want gij weet, dat onder ons niemand is, die weet hout te houwen, gelijk de Sidoniers.
Psalmen 29:5
De stem des HEEREN breekt de cederen; ja, de HEERE verbreekt de cederen van Libanon.
Psalmen 92:12
De rechtvaardige zal groeien als een palmboom; hij zal wassen als een cederboom op Libanon.
Psalmen 104:16
De bomen des HEEREN worden verzadigd, de cederbomen van Libanon, die Hij geplant heeft;
Jesaja 14:8
Ook verheugen zich de dennen over u, en de cederen van Libanon, zeggende: Sinds dat gij daar nederligt, komt niemand tegen ons op, die ons afhouwe.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd