Ezechiël 34:7

Daarom, gij herders! hoort des HEEREN woord!

Psalmen 82:1-7

Een psalm van Asaf. God staat in de vergadering Godes; Hij oordeelt in het midden der goden;

Jesaja 1:10

Hoort des HEEREN woord, gij oversten van Sodom! neemt ter ore de wet onzes Gods, gij volk van Gomorra!

Jeremia 13:13

Maar gij zult tot hen zeggen: Zo zegt de HEERE: Ziet, Ik zal alle inwoners deze lands, zelfs de koningen, die op Davids troon zitten, en de priesters, en de profeten, en alle inwoners van Jeruzalem, opvullen met dronkenschap.

Jeremia 13:18

Zeg tot den koning en tot de koningin: Vernedert u, zet u neder; want uw ganse hoofdsieraad, de kroon uwer heerlijkheid, is nedergedaald.

Jeremia 22:2-3

En zeg: Hoor het woord des HEEREN, gij koning van Juda, gij, die zit op Davids troon, gij, en uw knechten, en uw volk, die door deze poorten ingaan!

Ezechiël 34:9

Daarom, gij herders! hoort des HEEREN woord!

Micha 3:8-9

Maar waarlijk, ik ben vol krachts van den Geest des HEEREN; en vol van gericht en dapperheid, om Jakob te verkondigen zijn overtreding, en Israel zijn zonde.

Maleachi 2:1

En nu, gij priesters! tot u wordt dit gebod gezonden;

Mattheüs 23:13-36

Maar wee u, gij Schriftgeleerden en Farizeen, gij geveinsden! want gij sluit het Koninkrijk der hemelen voor de mensen, overmits gij daar niet ingaat, noch degenen, die ingaan zouden, laat ingaan.

Lukas 11:39-54

En de Heere zeide tot hem: Nu gij Farizeen, gij reinigt het buitenste des drinkbekers en des schotels; maar het binnenste van u is vol van roof en boosheid.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd