Ezechiël 38:5
Perzen, Moren en Puteers met hen, die altemaal schild en helm voeren;
Ezechiël 27:10
Perzen, en Lydiers, en Puteers waren in uw heir, uw krijgslieden; schild en helm hingen zij in u op, die maakten uw sieraad.
Genesis 10:6
En de zonen van Cham zijn: Cusch en Mitsraim, en Put, en Kanaan.
Ezechiël 30:5
Morenland, en Put, en Lud, en al de gemengde hoop, en Cub, en de kinderen van het land des verbonds zullen met hen vallen door het zwaard.
Genesis 10:8
En Cusch gewon Nimrod; deze begon geweldig te zijn op de aarde.
1 Kronieken 1:8
De kinderen van Cham waren Cusch en Mitsraim, Put, en Kanaan.
Nahum 3:9
Morenland en Egypte waren haar macht, en er was geen einde; Put en Lybea waren tot uw hulp.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd