Ezechiël 38:6

Gomer en al zijn benden, en het huis van Togarma, aan de zijden van het noorden, en al zijn benden; vele volken met u.

Genesis 10:2-3

De zonen van Jafeth zijn: Gomer, en Magog, en Madai, en Javan, en Tubal, en Mesech, en Thiras.

Ezechiël 27:14

Uit het huis van Togarma leverden zij paarden, en ruiteren, en muilezels op uw markten.

1 Kronieken 1:5-6

De kinderen van Jafeth waren Gomer, en Magog, en Madai, en Javan, en Tubal, en Mesech, en Tiras.

Daniël 11:40

En op den tijd van het einde, zal de koning van het Zuiden tegen hem met hoornen stoten; en de koning van het Noorden zal tegen hem aanstormen, met wagenen, en met ruiteren, en met vele schepen; en hij zal in de landen komen, en hij zal ze overstromen en doortrekken.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain