Ezechiël 45:21
In de eerste maand, op den veertienden dag der maand, zal ulieden het pascha zijn; een feest van zeven dagen, ongezuurde broden zal men eten.
Leviticus 23:5-8
In de eerste maand, op den veertienden der maand, tussen twee avonden is des HEEREN pascha.
Exodus 12:1-51
De HEERE nu had tot Mozes en tot Aaron in Egypteland gesproken, zeggende:
Numberi 9:2-14
Dat de kinderen Israels het pascha houden zouden, op zijn gezetten tijd.
Numberi 28:16-25
En in de eerste maand, op den veertienden dag der maand, is het pascha den HEERE.
Deuteronomium 16:1-8
Neemt waar de maand Abib, dat gij den HEERE, uw God, pascha houdt; want in de maand Abib heeft u de HEERE, uw God, uit Egypteland uitgevoerd, bij nacht.
1 Corinthiërs 5:7-8
Zuivert dan den ouden zuurdesem uit, opdat gij een nieuw deeg zijn moogt, gelijk gij ongezuurd zijt. Want ook ons Pascha is voor ons geslacht, namelijk Christus.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd