Parallel Verses

Dutch Staten Vertaling

Toen Rehum, de kanselier, en Simsai, de schrijver, en de overigen van hun gezelschap, de Dinaieten, de Afarsathchieten, de Tarpelieten, de Afarsieten, de Archevieten, de Babyloniers, de Susanchieten, de Dehavieten, de Elamieten,

New American Standard Bible

then wrote Rehum the commander and Shimshai the scribe and the rest of their colleagues, the judges and the lesser governors, the officials, the secretaries, the men of Erech, the Babylonians, the men of Susa, that is, the Elamites,

Onderwerpen

Kruisreferenties

Ezra 5:6

Afschrift des briefs, dien Thathnai, de landvoogd aan deze zijde der rivier, met Sthar-Boznai, en zijn gezelschap, de Afarsechaieten, die aan deze zijde der rivier waren, aan den koning Darius zond.

Ezra 6:6

Nu, gij Thathnai, landvoogd aan gene zijde der rivier, gij Sthar-Boznai, met ulieder gezelschap, gij Afarsechaieten, die aan gene zijde der rivier zijt, weest verre van daar!

2 Koningen 17:24

De koning nu van Assyrie bracht volk van Babel, en van Chuta, en van Avva, en van Hamath, en Sefarvaim, en deed hen wonen in de steden van Samaria, in de plaats der kinderen Israels; en zij namen Samaria erfelijk in, en woonden in haar steden.

2 Koningen 17:30-31

Want de lieden van Babel maakten Sukkoth Benoth, en de lieden van Chut maakten Nergal, en de lieden van Hamath maakten Asima,

Genesis 10:22

Sems zonen waren Elam, en Assur, en Arfachsad, en Lud, en Aram.

Esther 1:2

In die dagen, als de koning Ahasveros op den troon zijns koninkrijks zat, die op den burg Susan was;

Esther 2:3

En de koning bestelle toezieners in al de landschappen zijns koninkrijks, dat zij vergaderen alle jonge dochters, maagden, schoon van aangezicht, tot den burg Susan, tot het huis der vrouwen, onder de hand van Hegai, des konings kamerling, bewaarder der vrouwen; en men geve haar haar versierselen.

Jesaja 21:2

Een hard gezicht is mij te kennen gegeven: die trouweloze handelt trouwelooslijk, en die verstoorder verstoort; trek op, o Elam! beleger ze, o Media! Ik heb al haar zuchting doen ophouden.

Jeremia 25:25

En allen koningen van Zimri, en allen koningen van Elam, en allen koningen van Medie;

Jeremia 49:34

Het woord des HEEREN, dat tot den profeet Jeremia geschied is tegen Elam, in het begin des koninkrijks van Zedekia, den koning van Juda, zeggende:

Ezechiël 32:24

Daar is Elam met haar ganse menigte rondom haar graf; zij zijn allen verslagen, de gevallenen door het zwaard, die onbesneden zijn nedergedaald tot de onderste plaatsen der aarde, die hun schrik hadden gegeven in het land der levenden; nu dragen zij hun schande met degenen, die in den kuil zijn nedergedaald.

Daniël 8:2

En ik zag een gezicht, (het geschiedde nu, toen ik het zag, dat ik in den burg Susan was, welke in het landschap Elam is) ik zag dan in een gezicht, dat ik aan den vloed Ulai was.

Handelingen 2:9

Parthers, en Meders, en Elamieten, en de inwoners zijn van Mesopotamie, en Judea, en Cappadocie, Pontus en Azie.

Vers Info

Context Lezingen

8 Rehum, de kanselier, en Simsai, de schrijver, schreven een brief tegen Jeruzalem, aan den koning Arthahsasta, op deze manier: 9 Toen Rehum, de kanselier, en Simsai, de schrijver, en de overigen van hun gezelschap, de Dinaieten, de Afarsathchieten, de Tarpelieten, de Afarsieten, de Archevieten, de Babyloniers, de Susanchieten, de Dehavieten, de Elamieten, 10 En de overige volkeren, die de grote en vermaarde Asnappar heeft vervoerd, en doen wonen in de stad van Samaria, ook de overigen, aan deze zijde der rivier, en op zulken tijd.


Public domain

New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org