Galaten 3:7

Zo verstaat gij dan, dat degenen, die uit het geloof zijn, Abrahams kinderen zijn.

Galaten 3:9

Zo dan, die uit het geloof zijn, worden gezegend met den gelovigen Abraham.

Psalmen 100:3

Weet, dat de HEERE is God; Hij heeft ons gemaakt (en niet wij), Zijn volk en de schapen Zijner weide.

Lukas 19:9

En Jezus zeide tot hem: Heden is dezen huize zaligheid geschied, nademaal ook deze een zoon van Abraham is.

Lukas 21:31

Alzo ook gij, wanneer gij deze dingen zult zien geschieden, zo weet, dat het Koninkrijk Gods nabij is.

Johannes 8:39

Zij antwoordden en zeiden tot Hem: Abraham is onze vader. Jezus zeide tot hen: Indien gij Abrahams kinderen waart, zo zoudt gij de werken van Abraham doen.

Romeinen 4:11-16

En hij heeft het teken der besnijdenis ontvangen tot een zegel der rechtvaardigheid des geloofs, die hem in de voorhuid was toegerekend; opdat hij zou zijn een vader van allen, die geloven in de voorhuid zijnde, ten einde ook hun de rechtvaardigheid toegerekend worde;

Romeinen 4:24

Maar ook om onzentwil, welken het zal toegerekend worden, namelijk dengenen, die geloven in Hem, Die Jezus, onzen Heere, uit de doden opgewekt heeft;

Romeinen 9:7-8

Noch omdat zij Abrahams zaad zijn, zijn zij allen kinderen; maar: In Izaak zal u het zaad genoemd worden.

Galaten 3:26-29

Want gij zijt allen kinderen Gods door het geloof in Christus Jezus.

Hebreeën 13:23

Weet, dat de broeder Timotheus losgelaten is, met welken (zo hij haast komt) ik u zal zien.

Treasury of Scripture Knowledge did not add