Genesis 16:6
En Abram zeide tot Sarai: Zie uw dienstmaagd is in uw hand; doe haar, wat goed is in uw ogen. En Sarai vernederde haar, en zij vluchtte van haar aangezicht.
Genesis 13:8-9
En Abram zeide tot Lot: Laat toch geen twisting zijn tussen mij en tussen u, en tussen mijn herders en tussen uw herders; want wij zijn mannen broeders.
Genesis 24:10
En die knecht nam tien kemelen van zijns heren kemelen, en toog heen; en al het goed zijns heren was in zijn hand; en hij maakte zich op, en toog heen naar Mesopotamie, naar de stad van Nahor.
Exodus 2:15
Als nu Farao deze zaak hoorde, zo zocht hij Mozes te doden; doch Mozes vlood voor Farao's aangezicht, en woonde in het land Midian, en hij zat bij een waterput.
Job 2:6
En de HEERE zeide tot den satan: Zie, hij zij in uw hand, doch verschoon zijn leven.
Psalmen 106:41-42
En Hij gaf hen in de hand der heidenen, en hun haters heersten over hen.
Spreuken 14:29
De lankmoedige is groot van verstand; maar die haastig is van gemoed, verheft de dwaasheid.
Spreuken 15:1
Een zacht antwoord keert de grimmigheid af; maar een smartend woord doet den toorn oprijzen.
Spreuken 15:17-18
Beter is een gerecht van groen moes, waar ook liefde is, dan een gemeste os, en haat daarbij.
Spreuken 27:8
Gelijk een vogel is, die uit zijn nest omdoolt, alzo is een man, die omdoolt uit zijn plaats.
Spreuken 29:19
Een knecht zal door de woorden niet getuchtigd worden; hoewel hij u verstaat, nochtans zal hij niet antwoorden.
Prediker 10:4
Als de geest des heersers tegen u oprijst, verlaat uw plaats niet; want het is medicijn, het stilt grote zonden.
Jeremia 38:5
En de koning Zedekia zeide: Ziet, hij is in uw hand; want de koning zou geen ding tegen u vermogen.
1 Petrus 3:7
Gij mannen, insgelijks, woont bij haar met verstand, aan het vrouwelijke vat, als het zwakste, eer gevende, als die ook medeerfgenamen der genade des levens met haar zijt; opdat uw gebeden niet verhinderd worden.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd